Het is 1 januari 2016. Als fotograaf slaap je weinig rond oud & nieuw. Na een korte nacht stap ik uit bed om foto’s te gaan maken bij de nieuwjaarsduik in Wehe-den Hoorn. Terwijl ik de foto’s aan het verwerken ben komt er een melding binnen van een containerbrand in Leens. Ik stap op de fiets en maak wat foto’s. Terwijl ik terug fiets zie ik op Twitter berichten verschijnen over een vermissing in Kloosterburen. Ik doe er in eerste instantie niets mee, omdat vermissingen geen zeldzaamheid zijn. Mijn Facebookpagina 112 Hogeland heeft op dat moment vijftig volgers.
Na een nieuwjaarsborrel zie ik nog meer berichten verschijnen over de vermissing. Ik besluit rond 22:00 een bericht online te zetten. Op dat moment verandert alles. Het bericht wordt binnen no-time 1000 keer gedeeld en vrienden/kennissen voorzien me van extra informatie om te delen. Een groepje mensen had tegen die tijd al een zoekslag gemaakt en ook de politie is bezig met de zaak. Jesse is nog geen 24 uur vermist. Binnen enkele uren zien 300.000 mensen het vermissingsbericht. Dit is geen normale vermissingszaak.
Roodgloeiend staan mijn telefoon en laptop. Iedereen lijkt zich zorgen te maken en van alle kanten overspoelen mensen mij met berichten. Paragnosten, helderzienden en andere behulpzame mensen sturen berichten. Het is belangrijk om feit en fictie te scheiden, dus dat doe ik. Ik probeer ze allemaal te beantwoorden. Het is inmiddels na middernacht, ik ben 16 jaar geworden. Er wordt een zoekactie op touw gezet, om negen uur ‘s ochtends in Kloosterburen. Ik kan zelf niet komen vanwege een voetbalwedstrijd.
Na de wedstrijd stap ik op de fiets naar Leens, de woonplaats van Jesse. Hij was voor het laatst gezien in Kloosterburen. In een kroeg om precies te zijn. Die zou hij verlaten hebben, waarna niemand hem meer heeft gezien. De zoekactie verplaatst zich naar Leens en ik ga in gesprek met bewoners, politie en zoekende mensen. Ik probeer een aanvullend bericht samen te stellen met meer informatie. Mensen leken 112 Hogeland als ‘organisator’ te gaan zien van de zoekacties. Ik blijf daarom in nauw contact met de echte organisatoren van de zoekacties. Relevante tips en berichten stuur ik door. Honderdduizenden mensen zien de berichten die ik plaats op Facebook. Mensen uit het hele land willen helpen met zoeken. Inmiddels heeft ook de politie groot ingezet.
Het is inmiddels 2 januari, rond een uur of vier in de middag. Ik besluit een tijdlijn samen te stellen over alle feiten. Het bericht ontploft. Meer dan een miljoen mensen in Nederland zien het bericht en het wordt tienduizenden keren gedeeld. De vermissing kon voor niemand onopgemerkt blijven. Het is de kracht van sociale media. Elke seconde ontvang ik een bericht van iemand.
3 januari. Nog steeds geen spoor van de vermiste man. Het is steenkoud, alle wegen zijn veranderd in ijsbanen. Het hele Hogeland ziet wit. Ik ging helpen met zoeken, zonder camera, zonder schrijfblok. Ik was niet meer bezig met journalistiek bedrijven. Jesse moest gevonden worden. Ik had er niet bij stilgestaan dat het aantal volgers van mijn Facebookpagina van 50 naar 5000 was gegroeid in amper drie dagen. Jesse wordt nog steeds niet gevonden. De brandweer helpt met zoeken in de wateren, honderden mensen trotseren de ijskou en stichtingen met zoekhonden gaan de dorpen langs. Mensen gaan langs de deuren om te vragen of ze iets gezien hebben. Niemand lijkt iets gezien te hebben.
Op Facebook krijg ik een tip van iemand. De persoon weet niet goed of het wel relevant is, maar op aandringen van anderen besloot ze toch de tip te sturen. Er waren mensen geweest die ruzie hadden gehad, in Kloosterburen. Er lag een kerstboom voor de deur. Ik stuur de tip door.
Op 4 januari krijg ik weer een tip. Er zou veel politie in Kloosterburen aanwezig zijn. Ik kom aan en het blijkt vijf deuren verder te zijn dan de locatie waar Jesse voor het laatst was gezien. Ik kijk naar het huis waar rechercheurs bezig zijn. Er ligt een kerstboom voor de deur. De rechercheur mag niks vertellen, maar er is duidelijk iets aan de hand. De hele dag en hele nacht wordt er onderzoek verricht in en om de woning. De hele vaderlandse pers staat in Kloosterburen. Het is op alle journaals te zien.
Een dag later, 5 januari, is de politie nog steeds bezig. Ook het Nederlands Forensisch Instituut bemoeide zich inmiddels met het onderzoek. In de middag werd duidelijk dat er een lichaam was gevonden. In de tuin, onder de grond. Een man en een vrouw zijn aangehouden door de politie. Het blijken de bewoners te zijn van de woning. Later op de middag wordt het duidelijk: Jesse is gevonden. Dood. Vermoord. Een scenario waar niemand rekening mee had gehouden.